Nitrox partial blending, een al bij al eenvoudige manier om
vertrekkende van een al dan niet lege fles (met opgemeten O2-percentage en resterende flesdruk) mits bijvullen
van een zekere hoeveelheid pure O2 en nadien optoppen met
doodgewone perslucht een gewenst nitrox-mengsel te bekomen.
Wat heb je daarvoor nodig: een nauwkeurige manometer en een
O2-analyser om het nog in de fles aanwezige mengsel te
analyseren, en verder een leverancier van extra O2 en
nauwkeurige manometer, en dan nadien optoppen/bijvullen
met pure perslucht. Als je als "O2-leverancier" pure O2 gebruikt
moet vanzelfsprekend alles O2-zuiver en O2-geschikt
te zijn enz., en moet je zelf goed weten waar je mee bezig bent,
en uiteraard moet de resterende druk in de O2-buffer hoger zijn
dan de startdruk in je fles, enz.
Allemaal prima, maar wat als je als "O2-leverancier" geen pure O2 hebt
maar EAN50? Het principe blijkt uiteindelijk hetzelfde...
Je wil eindigen met PF*O2F, je vertrekt van PS*O2S, en wat ontbreekt (PF*O2F-PS*O2S) moet dan komen van een stuk EAN50 (PO2*50) en het deel optoppen met
perslucht (PF-PS-PO2)*21%.
In formulevorm is dat dan:
Voor wie de basis-rekenkunde uit de lagere school al wat te ver in
het verleden ligt: je kan de redenering ook heel eenvoudig opbouwen
door gewone perslucht (21% O2) als referentie te nemen en te redeneren
vanuit hoeveel O2 te telkens extra wil bovenop die 21%.
Je wil dus eindigen met PF*(O2F-21), je vertrekt van PS*(O2S-21), en wat
ontbreekt van een stuk EAN50 (PO2*29).
In formulevorm is dat dan:
© 2014, Luc Dupas | Last update: Oct 26 02:02 |